Veel huurders denken dat zij bij een vrije sector huurwoning geen rechten hebben bij de Huurcommissie. Toch klopt dit niet helemaal. Ook in de vrije sector zijn er situaties waarin de Huurcommissie kan ingrijpen, bijvoorbeeld bij geschillen over servicekosten of achterstallig onderhoud. In deze blog lees je wanneer je als huurder wél terechtkunt bij de Huurcommissie én welke onderhoudskosten je zelf moet betalen.
Een vrije sector woning is een huurwoning met een kale huurprijs boven de liberalisatiegrens (in 2024: €879,66 per maand). In tegenstelling tot sociale huurwoningen is de huurprijs in de vrije sector niet gereguleerd. Toch blijven bepaalde rechten en regels van toepassing.
De Huurcommissie behandelt geschillen tussen huurders en verhuurders. Dit geldt in sommige gevallen ook voor de vrije sector. Hieronder een overzicht van situaties waarin je als huurder een procedure kunt starten:
Ben je net verhuisd naar een vrije sector woning? Dan kun je de aanvangshuur binnen zes maanden laten toetsen. De Huurcommissie beoordeelt of de huurprijs in verhouding staat tot de kwaliteit van de woning op basis van het woningwaarderingsstelsel (puntenstelsel). Scoort de woning minder dan 143 punten? Dan kan de woning alsnog als sociale huur worden aangemerkt, met lagere maximale huur.
Jaarlijkse afrekeningen van servicekosten kunnen flink uiteenlopen. Als huurder heb je het recht deze kosten te laten controleren via de Huurcommissie, ongeacht of het om een vrije sector of sociale huurwoning gaat.
Heeft je woning achterstallig onderhoud en reageert de verhuurder niet op verzoeken tot herstel? Dan kun je de Huurcommissie inschakelen om een uitspraak te doen. Denk hierbij aan lekkages, schimmel, of ernstige gebreken aan installaties.
Belangrijk: De Huurcommissie kan geen uitspraak doen over huurverhogingen of lopende huurprijzen in de vrije sector, tenzij het om de eerste zes maanden van het huurcontract gaat.
Als huurder ben je wettelijk verantwoordelijk voor het zogeheten klein dagelijks onderhoud. Dit is vastgelegd in het Besluit kleine herstellingen. De stelregel is: kleine en eenvoudig uit te voeren onderhoudswerkzaamheden zijn voor rekening van de huurder.
Voorbeelden van klein onderhoud:
Vervangen van lampen, batterijen en kranen.
Ontstoppen van afvoeren en sifons.
Smeren van scharnieren en sloten.
Onderhoud aan de tuin en buitenruimte.
Reparaties die per keer ongeveer tot €250 kosten.
Groot onderhoud, structurele gebreken of vernieuwing van installaties zijn de verantwoordelijkheid van de verhuurder.
Wil je als huurder weten wat jouw rechten zijn, of twijfel je of je een klacht kunt indienen? Bekijk dan de volgende betrouwbare bronnen:
Conclusie: Ook in de vrije sector heb je als huurder rechten. Laat je niet verrassen door hoge servicekosten of slecht onderhoud. In bepaalde gevallen kun je gewoon terecht bij de Huurcommissie. Weet wat je zelf moet betalen en wat je van de verhuurder mag verwachten.