Vanaf 1 maart 2024 kunnen miljoenen Nederlanders hun aangifte voor de inkomstenbelasting indienen. Een belangrijk onderdeel hiervan is de vermogensbelasting op spaargeld en beleggingen in box 3. Dit onderwerp is de laatste jaren veel in beweging geweest, mede door uitspraken van de Hoge Raad over de manier waarop de Belastingdienst de belasting berekent.
De belasting op vermogen in box 3 wordt voorlopig nog berekend op basis van fictieve rendementen. Er is echter een alternatief waarbij belastingplichtigen onder voorwaarden kunnen kiezen voor een berekening op basis van het werkelijke rendement. De methode die de laagste belastingdruk oplevert, wordt uiteindelijk toegepast.
Voor 2024 gelden de volgende fictieve rendementen:
Spaargeld: 1,03%
Beleggingen en overige bezittingen: 6,04%
Schulden: 2,47% (dit percentage wordt in mindering gebracht)
Het totaal berekende voordeel uit sparen en beleggen wordt met 36% belast.
Voor de aangifte over 2024 geldt als peildatum 1 januari 2024. Dit betekent dat je de waarde van je spaargeld, beleggingen en andere bezittingen op deze datum moet opgeven.
Niet alleen je spaarrekening telt mee, maar ook het saldo op je betaalrekening. Dit geldt voor zowel Nederlandse als buitenlandse bankrekeningen.
Een tweede woning of vakantiehuis valt in box 3 onder ‘beleggingen en overige bezittingen’. De waardepeildatum hiervan wijkt af: je moet de WOZ-waarde per 1 januari 2023 opgeven. Ontvang je huurinkomsten? Dan hoef je deze niet op te geven.
Je mag bepaalde schulden aftrekken van je vermogen in box 3, zoals:
Hypotheek voor een tweede woning
Lening voor een auto of beleggingsfinanciering
Erfbelasting die je nog moet betalen
Roodstand bij de bank
Let op: er geldt een drempel van € 3.700 voor schulden (of € 7.400 bij fiscaal partnerschap).
Beleg je in een erkend groenfonds? Dan profiteer je van:
Een extra vrijstelling tot € 71.251 (of het dubbele bij fiscaal partnerschap)
Een korting van 0,7% op de inkomstenbelasting over het vrijgestelde bedrag
Heb je op 1 januari 2024 cryptomunten? Dan moet je de waarde daarvan op die datum opgeven. De koers van het gebruikte platform geldt als referentie.
Heb je een en/of-rekening met je fiscale partner? Dan moeten jullie beiden het volledige saldo opgeven. Heb je de rekening met iemand anders, zoals een ouder, dan geef je alleen jouw deel op.
Sommige bezittingen vallen niet onder box 3, zoals:
Rente op spaargeld die nog niet is bijgeschreven
Gewone persoonlijke eigendommen zoals auto’s en sieraden
Kunstvoorwerpen (tenzij ze als belegging bedoeld zijn)
Bepaalde vorderingen, zoals een niet-opeisbare erfenis
De regering werkt nog aan een definitieve nieuwe belastingwetgeving voor box 3, waarbij mogelijk een stelsel op basis van werkelijk rendement wordt ingevoerd. Houd de ontwikkelingen in de gaten, want deze kunnen invloed hebben op je belastingpositie in de komende jaren.
Door goed voorbereid je belastingaangifte te doen en te letten op aftrekposten en vrijstellingen, voorkom je dat je te veel belasting betaalt.